Bale Mountains National Park

Het klinkt niet direct logisch: Ethiopië en natuur. Het land staat niet echt bekend als belangrijke plek voor bijvoorbeeld landschappen en wilde dieren. Geheel onterecht. De inzamelingsacties tegen de honger in een deel van Ethiopië geeft ons geregeld een verkeerd beeld van dit land. Zeker ook wat Bale Mountains betreft.

In dit natuurgebied vind je veel bomen, planten en dieren die je alleen hier kunt vinden. Dit is een plek waar de natuurliefhebber zijn ogen uitkijkt. Sterker nog, dit is het grootste alpiene landschap in Afrika, groter dan bijvoorbeeld de Kilimanjaro.

Vroeger reisden alleen biologen af naar de Bale Mountains om de Ethiopische wolf te zien. Tegenwoordig ook toeristen, want Bale is dé plek om dit bijna uitgestorven roofdier te zien in het wild. Het is een bijzonder gezicht om dit dier te zien jagen op zijn favoriete prooi: de reuzenmolrat. Het Sanetti Plateau biedt een goede kans, al kun je hem bijvoorbeeld ook op de Kotera Plain tegen komen.

Ga vroeg in de ochtend op pad en neem de tijd voor dit dier. Zodat je ziet hoe dit dier jaagt, hoe de dieren met elkaar omgaan en hoe ze reageren op mensen. Overigens kun je de dieren het beste van dichtbij zien vanuit een auto op het Sanetti Plateau. Ze zijn niet bang voor auto’s, maar als je wandelt blijven ze vaak op afstand.

De gelada is de enige grasetende aap ter wereld. En je kunt ze in Bale Mountains National Park vaak in groepen zien.

In het gebied rond het hoofdkwartier van het park zijn de vele dieren gewend geraakt aan de bezoekers. Waardoor je hier tussen diersoorten kunt lopen die alleen in dit deel van de wereld voorkomen.

Zoals de imposante bergnyala, de bohorrietbok en de Abessijnse bosbok. Met een beetje geluk komen ook de sierlijke franjeapen je begroeten. De meeste dieren laten je tot op zo’n twintig meter komen. Wie foto’s wil maken kan het beste vroeg in de ochtend of namiddag gaan.

Het hoofdkwartier ligt bij Dinsho in het noordelijk deel van Bale Mountains. Als je je daar meldt, krijg je een verplichte gids toegewezen en kun je op pad. Een andere goede plek is Gaysay Valley dat net buiten Dinsho ligt. Ook hier loop je tussen kuddes wilde dieren

Wie het gebied echt wil leren kennen kan een meerdaagse trektocht maken. En zelf kamperen of de diverse trekkershutten gebruiken. De langste (en populairste) duurt zes dagen. Vanuit Dinsho kun je in een uur of vier naar Sodota lopen. Dan in ongeveer dezelfde tijd naar Keyrensa, naar Rafu, naar Sanetti, naar Worgona en terug naar Dinsho. Neem altijd een eigen slaapzak en etenswaren mee, kookgerei is voorhanden in de hutten.

De Tulluu Deemtu is 4.377 meter hoog. Hij torent boven het Sanetti Plateau uit waar veel Ethiopische wolven leven. Wie een 4×4 auto heeft kan tot de top rijden waar een klein meteorologisch station is gevestigd. Je kunt ook wandelend naar boven. Begroet de parkwachter die bij het station op wacht staat en geef hem een koekje of zo. Hij is blij een mens te zien en zal het waarderen.

Wie dit bijzondere deel van Afrika bezoekt zal het niet ontgaan dat dit nationaal park drie soorten landschap heeft. In het noorden bij Dinsho liggen op een hoogte tussen 2.500 tot 3.300 meter de laaglandbossen en valleien met diverse rivieren en watervallen. In dit deel overheersen bijzondere bomen als hagenia abyssinica en juniperus procera (familie van onze jeneverbes).

Het hart van het nationaal park wordt gevormd door het beroemde Sanetti Plateau, waar talloze natuurdocumentaires zijn opgenomen. Met als hoofdrolspeler de Ethiopische wolf. Dit roofdier leeft in het grootste Afro-alpiene gebied van heel Afrika. Met bomen en planten die zich hebben aangepast aan het bijzondere, koude en natte klimaat. De meesten zijn kleiner geworden, maar de indrukwekkende reuzenlobelia (lobelia rhynchopetalum) kan wel vijf meter hoog worden.

Het derde ecosysteem dat tot Bale wordt gerekend is het Harennawoud. Een vochtig, subtropisch en extreem dicht begroeid bos, met hier en daar open grasvlaktes. Dit woud in het zuiden van het park staat vol met bamboebomen en talloze andere soorten die alleen in Ethiopië voorkomen. Het is een bos dat zo slecht in kaart is gebracht dat in 2007 nog een totaal nieuwe apensoort werd ontdekt, de Balemeerkat.

Het zegt genoeg over de rijkdom van dit gebied, als wel over de onbekendheid. Wie hier na het regenseizoen komt, ziet talloze wilde bloemen als geraniums. Opmerkelijk is ook de Abyssinian rose, die een heerlijke geur over het landschap drapeert. Bale Mountains is een gebied dat je zelf moet zien, je zult verbaasd zijn.

Van maart tot begin september heerst het regenseizoen in Bale Mountains. Maar meteen daarna zijn er extreem veel wilde bloemen te zien.

De kans op het mooiste weer heb je van december tot maart, al is er geen garantie in de bergen.

Mist kan altijd ontstaan en het zicht totaal ontnemen. Ook kan het in de lagere delen mistig zijn, terwijl op het Sanetti-plateau de zon schijnt.

Bale Mountains National Park behoort tot het hooggebergte en het kan hier erg koud worden. ’s Nachts kan het vriezen, terwijl de temperatuur op een bewolkte dag vaak niet hoger wordt dan tien graden. De wind kan de gevoelstemperatuur lager doen uitkomen. Daarnaast kan een stevige regen- of hagelbui ineens opduiken. Kleed je dus goed aan en neem altijd regenkleding mee.

Wie een meerdaags trekking gaat maken, moet zich realiseren dat afval (ook natuurlijk afval) een grote impact kan hebben op het ecosysteem.

Neem al je gewone afval mee terug en graaf minimaal een 15 cm diepe kuil voor je eigen uitwerpselen. Zorg er altijd voor dat er niets in het water kan komen, aangezien zowel mens als dier hiervan drinken.