Maleisisch Borneo

Veel eilanden in de regio van Borneo waren miljoenen jaren geleden met elkaar verbonden via landbruggen. Waardoor dieren en planten zich vrijuit konden bewegen. Toen de lagere gedeeltes één voor één onderwater verdwenen doordat de zeespiegel steeg, raakten dieren en planten meer en meer geïsoleerd.

Al is dat op een eiland als Borneo moeilijk uit te leggen; het is zo immens groot. Planten en dieren pasten zich aan de omgeving aan en groeiden zo letterlijk uit tot nieuwe soorten. Waardoor Borneo één van de plekken ter wereld is met de grootste biodiversiteit. Dit gebied heeft een rijkdom die bijna niet te bevatten is.

De meeste mensen reizen naar Maleisisch Borneo om de orang-oetan te zien in het wild. Maar in dit gebied kun je ook de neusaap zien. Het meest bijzonder is de nevelpanter, die je met wat geluk kunt zien op een avond- of nachtexcursie. Ook heb je een grote kans op neushoornvogels, vliegende eekhoorns, de bosolifant en de zoutwaterkrokodil.

Het beste kun je een rondreis maken langs de diverse bezienswaardigheden. Je hebt minimaal 7 tot 14 dagen nodig om alle attracties te ontdekken. Dit kan met een gids, met een groepsreis of individueel. Ik heb de belangrijkste locaties om te stoppen hieronder beschreven.

Rond de berg Gunung Mulu ligt het Gunung Mulu National Park. Deze imposante berg is 2.376 meter hoog, maar ook de Gunung Api (1.750 m) en de Gunung Benarat (1.585 m) behoren tot dit beroemde natuurgebied. Die allemaal onder een groene muur van jungle van Maleisië liggen. Al liggen de grootste attracties van Mulu onder de grond.

Lees mijn artikel over Gunung Mulu National Park

Het meest bekende natuurgebied in Maleisisch Borneo is Danum Valley. Hier leven talloze bijzonderen zoals orang oetans, de nevelpanter en opvallend veel vogels. In Danum Valley kun je talloze excursies maken, in je eentje of met een gids. Waaronder ook nachtsafari’s. Deze plek is niet goedkoop, maar wel uniek. Ik ben er 4 dagen geweest en keek mijn ogen uit.

Lees mijn artikel over Danum Valley

Daarnaast heeft Borneo de Mount Kinabalu, dit is een berg van ruim 4.000 meter. En, een ongekende onderwaterwereld met ook opvallend veel dieren als mantaroggen, zeeschildpadden, haaien en veel kleurrijke vissen. Een gebied dat steeds populairder wordt bij duikers en snorkelaars. Met bestemmingen als Sangalaki, Nunukan en Nabucco.

Lees mijn artikel over het beklimmen van Mount Kinabalu

Een (goedkoper) alternatief voor het zien van veel wilde dieren is de Kinabatangan rivier. Langs deze rivier liggen stroken regenwoud, waar nog orang oetans en neushoornvogels leven bijvoorbeeld. Maar je ziet ook de palmolieplantages liggen, die steeds meer ruimte opeisen. Waardoor de dieren meer en meer in de verdrukking komen. Je kunt excursies per kleine boot maken op de rivier om de dieren te zien. Ook worden er nachtsafari's aangeboden. Dan ga je te voet het regenwoud in op zoek naar insecten, slangen en slapende vogels.

Lees mijn artikel over de Kinabatangan Rivier

Tegenwoordig is het merendeel van het oerwoud gekapt, slechts delen zijn nog ongerept en niet door mensenhanden beïnvloed. Op een landkaart van Borneo lijken deze natuurgebieden niet groot, maar het zijn nog steeds gebieden van honderden kilometers in omvang.

Al is dit ook wel noodzakelijk, omdat veel dieren die hier voorkomen een groot leefgebied nodig hebben. Met name het hart van Borneo is nog behoorlijk ongerept, al hebben houtkap bedrijven wel wegen door het woud aangelegd en worden er massaal bomen gekapt.

Het klimaat is tropisch, de luchtvochtigheid is hoog en het regent hier vaak en hevig, maar wel kort. Overal waar je kijkt is het groen, een groene muur van ruim tachtig meter hoog.

Naast het regenwoud biedt Borneo ook intrigerende volkeren. Zoals de Penan, voormalige koppensnellers. Het zijn de oorspronkelijke bewoners van dit gebied. Veel van hen hebben hun traditionele nomadistische leven (en het koppensnellen) opgegeven.