Vega-eilanden

De eilanden worden ook wel Vega-archipel genoemd. De Vega-eilanden bestaan uit ruim 6.500 eilanden die iets ten zuiden van de Poolcirkel liggen. Het ruige, onherbergzame gebied kent een rijke flora en fauna. 

De gehele regio is absoluut niet toeristisch, wat heerlijk is om zelf te ontdekken. De beste manier is per huurauto. Al kun je hier ook goed fietsen, want het is opvallend vlak voor Noorse begrippen.

Sinds 2004 staan de Vega-eilanden op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. De reden voor opname op de lijst is niet het indrukwekkende en bijzondere landschap. De belangrijkste reden zijn de lokale vissers en boeren die hier een duurzaam leven hebben ontwikkeld in een opvallend onherbergzaam gebied. En ze doen dat al voor 1.500 jaar. Waarbij dus de eidereend de hoofdrol speelt.

Het komt dus allemaal voort uit het verleden. De Vega-eilanden zijn ruig, het weer is extreem en weinig mensvriendelijk. De vissers kon hier vroeger alleen maar overleven door het erg zachte dons van de eidereend, die hier graag komt broeden. Ze maakten er donsdekens van, die ook nu nog als de beste ter wereld gelden…

Hoe kouder het is, hoe meer dons de vrouwtjeseenden in hun nest gebruiken. Op talloze plaatsen zijn speciale nestplekken gemaakt voor de dieren. De dons wordt gedeeltelijk verzameld, net genoeg om de dieren hun broedsel uit te laten broeden. 

Ook nu nog is dit proces te zien op de diverse eilanden. Via een speciale boottour kun je zien hoe het dons van de eenden nog steeds wordt gebruikt. Intrigerend.
De gehele regio is absoluut niet toeristisch, wat heerlijk is om zelf te ontdekken. De beste manier is per huurauto. Al kun je hier ook goed fietsen, want het is opvallend vlak voor Noorse begrippen.

De beste manier om dit gebied te verkennen is per kajak. Je kunt op diverse plaatsen, waaronder Nes, een kajak huren en er zelf op uit trekken. Neem wel een goede kaart mee, of ga met een gids. Je kunt op talloze eilanden stoppen, waaronder eilanden waar nog op traditionele manier dons van de eidereenden wordt verzameld tussen april en juni.

In het zuiden van het hoofdeiland Vega liggen diverse ‘bergen’, waaronder de Gullsvågfjellet. Deze kun je beklimmen via een steil pad. Het pad begint bij de gondel die is aangelegd om de communicatietoren bovenop te voorzien van goederen. Het hoogteverschil dat je moet overbruggen is ruim 700 meter.

Je moet wat klimmen en klauteren over rotsen, door bossen, neemt diverse riviertjes maar het gaat vooral om de beloning. Je krijgt bovenop een ongekend uitzicht over de omliggende eilanden. Zeker als de dagen extra lang licht zijn is dit ideaal voor foto’s.

Het is duidelijk als ik hier ben: De Vega-eilanden zijn veel minder bekend dan bijvoorbeeld de Lofoten of Vesterålen, maar een absolute ‘must see’. In totaal bestaat de archipel uit meer dan 6.500 eilanden die net buiten de Poolcirkel liggen. De eilanden zijn ongerept en rijk aan flora en fauna.

Je kunt de diverse eilanden bezoeken, maar van de ruim 6.500 eilanden zijn er slechts drie bewoond. Waaronder het grootste eiland genaamd Vega. Vanaf het voorjaar tot en met het najaar is Vega erg geliefd onder sportvissers. En, meer en meer, bij wandelaars. Waaronder ik. 

Door de ruige kust en rijke onderwaterwereld zwemt er een grote diversiteit aan vissen, waaronder ook hele grote vissen zoals de heilbot, de opvallend grote koolvis en kabeljauw.

Je vindt op de eilanden diverse bed & breakfasts, kleine hotels en appartementen. Het is handig om vooraf je verblijf te regelen. Wat zeker moet in de vakantieperiodes. Wees er dus op tijd bij.

Bekijk de leukste accommodaties op de Vega-eilanden

Dit gebied is vooral bekend onder vogelaars. Er leven meer dan 230 verschillende vogelsoorten.  Naast de wereldberoemde eidereenden zag ik hier kraanvogels (!), diverse zeearenden, tientallen grutto’s en duizenden ganzen. 

Maar er is meer aan wildlife. Als je hier rond rijdt spot je al snel elanden (met oormerk) en reeën. Je mag hier maar 60 km per uur rijden, wat nodig is. Ik had bijna een jonge reebok onder mijn auto, ook al reed ik erg rustig.