Serengeti National Park

De Serengeti-vlakte is één van de oudste safari-terreinen in Afrika. De naam zegt het al: Serengeti is afgeleid van de Masai-taal en staat voor eindeloze vlaktes. Enigszins verwarrend is het wel. Het Tanzaniaans deel wordt Serengeti genoemd, maar in Kenia heet het de Masai Mara. En er horen nog diverse gebieden tot de Serengeti-vlakte. Ongeveer tweederde van de totale Serengeti-vlakte ligt in Tanzania, een derde in Kenia. 

De Serengeti is vooral vanwege de jaarlijkse migratie van miljoenen blauwe gnoes, steppezebra’s en Thomsongazelles. Door de droogte trekken rond oktober zo’n anderhalf miljoen planteneters vanuit het noorden via het oostelijke deel naar het zuiden in Tanzania. Na het regenseizoen (rond april) trekken ze via het westen weer terug naar Kenia.

Hun route heeft wel wat weg van een soort klok. Tijdens hun trektocht maken ze optimaal gebruik van de weersomstandigheden die voor de groei van het gras zorgt. Wetenschappers hebben uitgezocht dat de dieren ongeveer 800 kilometer per jaar af leggen. In hun kielzog volgen veel roofdieren, zoals leeuwen.

Sommige wetenschappers rekenen ook de beroemde Ngorongoro-krater en het omliggende gebied bij de Serengeti-vlakte, onder meer omdat de migratie ook door dit del van Tanzania loopt. Waardoor het gebied meer dan 30.000 km2 groot wordt. Terwijl ook zonder de krater het gebied al zo groot is dat het lastig te bevatten is.

Als je de migratie wil meemaken is februari tot en met juni de beste tijd.

Het klinkt misschien wat vreemd, maar je mag zelf een auto huren en in de parken rond rijden. De consequentie zal zijn dat je waarschijnlijk wat minder ziet (een gids heeft haviksogen), maar de beleving is wel totaal anders. Hou er wel rekening mee dat je goed voorbereid op stap gaat, want als je verdwaalt heb je een groot probleem. Ook kun je een lokale gids huren die de weg kent. En mogelijk meehelpt met het spotten van dieren.

Het klinkt levensgevaarlijk, maar bij wandelsafari’s vallen opvallend weinig slachtoffers. Gidsen en parkwachters kennen de dieren goed en vuren waarschuwingsschoten af als de dieren te dichtbij komen. In het uiterste geval schieten ze gericht. Maar zover komt het meestal niet.

De meeste dieren zijn bang voor lopende mensen. Maar ondanks dat je minder ziet als in een jeep kun je niet dichter bij de Afrikaanse natuur komen dan op een wandelsafari. Je kunt enkele uren wandelen, maar bijvoorbeeld ook van kamp naar kamp.

De vlaktes van de Serengeti zijn goed voor een meerdaagse safari’s. Maar in dit deel van Oost-Afrika is nog veel meer te doen. In de vroege ochtend gaan de nachtdieren slapen en de dagdieren worden wakker. Dit proces is al eeuwenlang bezig, maar is in de Serengeti goed te zien. Wie vroeg genoeg op pad gaat kan hyena’s en jakhalzen zien op hun laatste speurtocht naar voedsel.

Terwijl de gazellen opstaan en beginnen met grazen. En de zon langzaam boven de horizon uit komt. Een ander voordeel is dat je de meeste toeristen voor bent, terwijl foto’s door het zachte licht een extra dimensie krijgen.

Bij de Masaï (ook vaak Massai of Maasai genoemd) denken veel toeristen aan de Masai Mara in Kenia. Maar dit grotendeels nomadisch volk in Oost-Afrika leeft ook in en rond de Serengeti. Ze komen al decennialang in aanraking met de Westerse wereld, maar bewaren hun eeuwenoude tradities.

Je zult deze veehouders waarschijnlijk tegen komen met dieren. Ze eten het vlees, drinken het bloed en melk, gebruiken de huiden voor huizen en hun botten om kammen van te maken. Een ontmoeting blijft intrigerend.

De Serengeti heeft diverse campings. Regel vooraf je plek en geniet van de Afrikaanse bush geluiden. Wie kampeert in de Serengeti zal niet alleen onder de indruk zijn van de geluiden, maar ook van de hemel. Op een wolkenloze dag (en die zijn er veel) is er totaal geen lichtvervuiling. En zie je de sterren, maar ook de melkweg en planeten, extreem goed.

Waaronder het zuiderkruis, dat alleen op het zuidelijk halfrond te zien is. Veel lodges en hotels hebben sterrenkijkers waarmee je de hemel af kunt speuren. Een halfuurtje staren benadrukt het gevoel dat je ver weg van de bewoonde wereld bent.

De luxe lodges zijn erg aantrekkelijk, maar ook erg prijzig. Wie hier goedkoop wil verblijven kan natuurlijk kamperen. Maar er is ook een combinatie van beiden mogelijk. De ‘tented camps’ luxe safaritenten met een echt bed, meestal een douche en tal van andere voorzieningen. Ideaal voor wie dicht bij de natuur wil slapen, maar met comfort.

Ook heb je in de Serengeti diverse mobile tented camps die in het seizoen in de wildernis worden opgezet. De keus is aan jou. Vraag bij het samenstellen van je reis naar de mogelijkheden om dit soort tentenkampen in je reis op te nemen.

De Serengeti kan het gehele jaar door worden bezocht. Behalve tijdens het regenseizoen, dat van maart tot en met mei duurt. Dan zijn de wegen slecht of helemaal niet bereikbaar. De migratie kan hier van februari tot en met juni in Tanzania worden bekeken. Hou er dan wel rekening mee dat het hier drukker is en de lodges bijvoorbeeld vol zitten.